Direct naar artikelinhoud
Vogeltelweekend

Vogelaars gespot tijdens het Grote Vogelweekend: ‘Heus niet alleen voor grijzende mannen’

Anna Schneider is voorzitter van Vogelbescherming Vlaanderen.Beeld Tim Dirven

Zit u dit weekend ook met een schriftje in de tuin om vinken, putters of koolmezen te tellen tijdens het Grote Vogelweekend van Natuurpunt? Wij turfden alvast drie fervente vogelaars die liever investeren in een verrekijker dan in een koersfiets.

Anna Schneider (29) uit Antwerpen: ‘Ik kan nog steeds verwonderd raken’

“Mijn eerste vogelherinnering? Ik ben als stadsmeisje in Antwerpen opgegroeid, dus heb ik tout court weinig natuurherinneringen uit mijn jeugd. Pas toen ik op mijn zestiende aan de slag ging in een opvangcentrum voor vogels, ging er plots een hele nieuwe wereld open”, vertelt Anna Schneider (29), dertien jaar later voorzitter van Vogelbescherming Vlaanderen. Met haar toenmalige vriendje trok ze als puber voor het eerst de natuur in om, welja, te gaan vogelen. “Het vriendje verdween, het vogelboek niet. Ik heb er al tripjes naar Georgië en Oeganda opzitten, straks volgt Peru.”

In de beginjaren viel haar nog iets anders op: “Zo weinig jonge vrouwen, bij een vogelspotter denken de meeste mensen dan ook aan een grijzende man. Daar wilde ik graag iets aan veranderen.” Enter ‘Vogelwerkgroep De Duifkes’, een vogelclub voor vrouwen die komende maand haar vijfde verjaardag viert. De Facebook-pagina werd ooit met een bang hartje opgesteld, maar de groep telt intussen vijf kernleden en activiteiten trekken gemiddeld zo’n twintig vrouwen. “We proberen het bewust laagdrempelig te houden. Vandaar de Duifkes: zelfs een heel banale vogel is het spotten waard.”

“Als ik ga vogelen, ben ik veel alerter bezig met wat er zich rond mij afspeelt. Niet alleen wat je ziet, maar ook de geluiden en de geuren. Bovendien kan ik na al die jaren nog steeds erg verwonderd raken. Recent vlogen er bijvoorbeeld Amerikaanse roodoogvireo over ons land, een soort die hier eigenlijk niet thuishoort. ‘Hoe geraakt die hier op eigen houtje?’, denk ik dan. Maar het allerleukste blijft wellicht dat je er met vrienden op uit trekt. En ja, binnen ons clubje wordt er naast de vogels ook weleens over mannen gepraat. Dat doen zij toch ook?”

Davy De Groote: 'Wat er zo leuk is aan vogels? Simpel, ze hebben vleugels en daarmee kunnen ze ver vliegen.'Beeld Thomas Sweertvaegher

Davy De Groote (39) uit Oudenaarde: ‘Mijn verrekijker hangt standaard rond mijn nek’

“Ik was vroeger eigenlijk een voetballer”, zegt Davy De Groote bijna verontschuldigend. Een hardnekkige blessure gooide roet in het eten. “Een vriend zei: ‘Kom eens mee op een natuurwandeling.’ Het was augustus 1995, ik was vijftien en ik zag een boomvalk en een buizerd. Ik vond dat meteen de max.” De liefde nam vrij snel encyclopedische proporties aan. “Als ik mij engageer, doe ik dat vol.” 

Na 25 jaar heeft De Groote de meeste vogels in ons land wel al eens gezien. “Zo’n twee à drie keer per jaar komt er dan een waarneming binnen van een unieke soort, zoals onlangs met de Siberische sprinkhaanzanger. Dan vertrek ik meteen, of het nu aan de zee of in Limburg is. Soms sta je daar dan met 70 à 80 andere vogelaars, veelal vertrouwde gezichten. Als die vogel dan door je lens vliegt, giert er toch wel wat adrenaline door je lijf.”

Het leuke aan vogels? Erg simpel: “Ze hebben vleugels, en daarmee kunnen ze ver vliegen. Op elk moment kan je daardoor wel iets ontdekken, klein of groot. Ik heb op elk moment mijn verrekijker mee, die hangt standaard rond mijn nek. Als ik hem ’s ochtends vergeet, gebeurt het dat ik na vijftig meter mijn fiets keer en terugrijd.”

Zijn 15 jaar oude verrekijker moet straks de deur uit - een robuust ogende Leica met een indrukwekkend palmares: ‘Ontdekker van de 3de dwergaalscholver in België, de 10de Aziatische roodborsttapuit in België, enzovoort.’ De nieuwe mag wat kosten. “2.350 euro”, zegt De Groote. Het bedrag dat veel Vlamingen aan een koersfiets spenderen. “Maar aan zo’n verrekijker heb je bijlange niet zoveel onderhoud.”

'Ik heb altijd een fascinatie gehad voor de bewegingen van vogels', zegt Machteld Kaesemans.Beeld Thomas Nolf

Machteld Kaesemans (79) uit Zedelgem: ‘Ik voel mij gelukkig wanneer ik door de Polders wandel en een vogel zie’

“Hoeveel tijd ik per dag aan de vogels spendeer?” Machteld Kaesemans moet de vraag eerst even voorleggen aan haar man, die – zo klinkt het via de telefoon toch – de schouders ophaalt. ‘4 à 5 uur, zoiets?’ “Laat ons zeggen dat ik bijna niets anders doe, toch zeker de laatste 10 à 15 jaar. Daarvoor deed ik het uitsluitend op mijn eentje. Op mijn 35ste trok ik er vaak op uit met de fiets en een klein verrekijkertje. Ik wist toen zelfs niet dat er vogelgroepen bestonden. Als ik over mijn hobby aan een vriendin vertelde, kreeg ik de repliek: ’t intresseert mie nie. Mij wel, altijd al heb ik die fascinatie gehad voor die bewegingen van vogels.”

Een halve eeuw later is vogelen ‘in de mode’, ook bij vrouwen. “Zolang het geen wedstrijdje wordt ‘om het meeste’ of ‘om het beste’, vind ik dat allemaal wel fijn. Zolang het maar niet te druk wordt voor mij”, lacht Kaesemans. Want ondanks haar plekje in het kernbestuur van de vogelwerkgroep Mergus, blijft vogels kijken voor haar een solitaire daad bij uitstek. “Ik ben geen echte groepsmens: weinig volk, veel overzicht, dan kom ik het meest tot rust in de natuur.”

“Thuis heb ik ook nogal een grote tuin, en grote vensters die er op uitkijken. Ik kan je niet vertellen hoe vaak ik hier gewoon enkele seconden stilsta, naar buiten te turen. Ik ben sowieso niet iemand die eerst 100 kilometer gaat rijden voor een zeldzame vogel. Ik voel mij gelukkig wanneer ik hier in de buurt door de Polders wandel en een simpel vogeltje zie.” Al verwijst haar bijnaam wel naar het zeldzame vogeltje dat ze in diezelfde Polders in Houthave zag: ‘Machteld van de Kleine Klapekster’.