Direct naar artikelinhoud
Carnaval Aalst

‘Als ik advocaat zou zijn van de Aalsterse carnavalisten, zou ik hen verzoeken het Joodse thema te laten rusten’

De Kalisjekloesjers verkleedden zich zondag deels als Joden en deels als mieren, een toespeling op hun 'klaugmier'.Beeld Bas Bogaerts

Bij Unia zijn al minstens 27 meldingen binnengekomen over Aalst carnaval. Stel dat het tot een proces zou komen tegen de carnavalisten die zich dit weekend uitdosten als Joden, zou dat dan leiden tot een veroordeling? 

Ze werden meteen het beeld van Aalst carnaval 2020. De Kalisjekloesjers, die zich deels als mier, deels als Joden hadden verkleed. Een toespeling op het woord ‘klaagmuur’, dat in het Aalsters als ‘klaugmier’ wordt uitgesproken. Maar veel mensen konden minder lachen met de Aalstenaars, omdat ze zo een associatie leken op te roepen tussen Joden en insecten.  

Al voor de stoet zondag in Aalst rondging, liepen er bij Unia meldingen binnen. Volgens directrice Els Keytsman staat de teller momenteel op 27. “Al voor carnaval hadden we contact opgenomen met de politie en het parket. Binnenkort zitten we met hen samen voor overleg. We gaan alle informatie nu eerst samenbrengen en analyseren, dan gaan we bekijken of we verdere stappen zetten.” 

Mainz 1939

Ook vorig jaar, toen de carnavalsgroep de Vismooil’n Joodse mensen afbeeldde op hun wagen, kreeg Unia meldingen binnen. Volgens critici leken de poppen van de groep erg op de beelden die ook in 1939 op een nazi-carnaval in Mainz te zien waren. Antisemitisme, klonk het. Maar volgens een rapport van Unia bestond er juridisch geen probleem. Vandaag vindt de organisatie dat de burgemeester van Aalst kansen heeft laten liggen om het carnaval te ‘depolariseren’. 

Aalsterse carnavalisten gingen de Joodse verwijzingen, en bijbehorende commotie, allerminst uit de weg. Zou die houding uiteindelijk kunnen zorgen voor een veroordeling wegens antisemitisme?

“Een van de vereisten om strafbaar te zijn is dat er een bijzonder opzet in het spel is”, zegt advocate Elke Cloots, die mediarecht doceert aan de Universiteit Antwerpen. “Maar in een context van humor is dat moeilijk aan te tonen. De carnavalisten zeggen dat ze geen bevolkingsgroepen wilden treffen, en geen kwade bedoelingen hadden. Ze hebben enkel zaken aangegrepen uit de actualiteit om er de spot mee te drijven.” 

Enkele zaken uit het verleden hebben al aangetoond waar die grens tussen humor en antisemitisme precies ligt. Stand-upcomedian Alex Agnew moest zich tot twee keer toe verantwoorden bij de Vlaamse Regulator voor de Media. Bijvoorbeeld voor een mop die hij in een show had gemaakt over het uitdelen van GAS-boetes aan Joodse Antwerpenaren. “Klein beetje ongelukkige benaming voor een boete, vind ik dan toch zelf”, zei Agnew. “Geef dat eens aan een Jood.” 

Maar omdat Agnew met zijn uitspraken niet aanspoorde tot haat of geweld tegen Joodse burgers, werden de klachten ongegrond verklaard. 

Dieudonné 

Anders verging het de omstreden Franse komiek Dieudonné M’bala M’bala. Hij werd wel veroordeeld na een optreden in 2012 in Herstal. Volgens de correctionele rechtbank van Luik had de komiek moslims en christenen opgeroepen om joden te doden. Hij werd veroordeeld tot twee maanden cel en een boete van 9.000 euro. 

“Ook in Frankrijk heeft Dieudonné problemen gehad”, zegt professor mediarecht Koen Lemmens (KU Leuven). “Hij bleef maar op dezelfde nagel kloppen en sleurde zelfs Holocaust-ontkenners op het podium. Bij hem was er geen grens meer tussen comedy en een rally voor antisemieten.”

In die categorie zitten de Aalsterse carnavalisten volgens Lemmens nog lang niet. Maar ze moeten wel oppassen. Als de carnavalisten volgend jaar nog eens poppen van Joden zouden maken voor hun praalwagens, dan wordt het nog moeilijk om te argumenteren dat het hen enkel om de humor te doen is. “De intentie dit jaar was eerder om de Unesco te hekelen”, zegt Lemmens. “Maar als je volgend jaar nog eens Joden viseert, welk argument blijft er dan nog over? Als ik hun advocaat zou zijn, zou ik hen toch verzoeken om dit thema in de toekomst te laten rusten.”