Direct naar artikelinhoud
Syriëstrijders

IS-ouders misbruiken hun kinderen om gerepatrieerd te worden, oordeelt rechtbank

Een beeld uit het vluchtelingenkamp al-Hol.Beeld AFP

De Belgische Staat moet voorlopig geen dwangsommen betalen aan tien kinderen van IS-strijders die zich in een Koerdische vluchtelingenkamp bevinden. En dat is mede de schuld van de ouders zelf, oordeelt de dwangsommenrechter, die het heeft over ‘chantagepogingen.

5.000 euro per dag, per kind. Die dwangsom werd half december aan ons land opgelegd als de regering er niet in zou slagen om binnen de zes weken reisdocumenten te bezorgen aan tien kinderen van Belgische IS-strijders. De kinderen verblijven bij hun ouders in het Syrische vluchtelingenkamp al-Hol. De humanitaire situatie daar is schrijnend, en dus dwongen de ouders via de rechtbank af dat de Belgische staat het nodige papierwerk moet voorzien om de kinderen terug te kunnen halen. Ons land moet de kinderen ook consulaire bijstand bieden.

Tot op vandaag gebeurde dat niet. Toen de dwangsommen in totaal al opliepen tot een half miljoen euro, stuurden de advocaten van de ouders een deurwaarder naar de kabinetten van Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) en minister van Buitenlandse Zaken Philippe Goffin (MR). Maar dinsdagavond oordeelde de dwangsommenrechter bij de Brusselse rechtbank van eerste aanleg dat het bedrag toch niet moet worden betaald. Het is immers niet de schuld van de regering dat de papieren niet afgeleverd konden worden.

De rechter wijst onder meer de ouders van de kinderen terecht: zij “dwarsbomen” zelf een oplossing, en misbruiken de kinderen om weg te raken uit Syrië, klinkt het. De ouders willen namelijk niet van hun kinderen worden gescheiden. “Dat betekent dat de betrokken ouders hun kinderen instrumentaliseren en met chantagepogingen trachten de inspanningen van de Belgische staat aan te wenden voor de verbetering van hun eigen situatie”, oordeelt de rechter.

Hij wijst erop dat de ouders bewust naar Syrië zijn getrokken om deel te nemen aan het gewapend conflict. Daardoor kunnen ze volgens hem geen recht op consulaire bijstand opeisen. “De zetel kan niet toestaan dat zij hun kinderen nogmaals misbruiken door voor hun eigen voordeel de gevaarlijke situatie waarin deze kinderen verkeren te bestendigen.”

Advocaat Abderrahim Lahlali, die samen met Mohamed Ozdemir de ouders vertegenwoordigt, vindt het juridisch onjuist dat de ouders de staat zouden chanteren. De Belgische Staat is de ouders nooit officieel gaan vragen of ze hun kinderen zonder hen mogen repatriëren, benadrukt Lahlali. 

Koerden liggen dwars

Niet alleen de ouders maken het de overheid lastig. Ook de Koerden liggen dwars, en door de instabiele situatie in het land is het ook niet eenvoudig om papieren ter plaatse af te leveren.

In het vonnis wordt een uitgebreide reconstructie gemaakt van de pogingen die ons land ondernam om de kinderen te helpen. In december werd contact gezocht met de Koerdische autoriteiten, en werd hen gevraagd de kinderen zonder hun ouders te mogen repatriëren. België stelde voor om de kinderen naar de Iraaks-Koerdische grens te brengen, om hen daar aan Belgische autoriteiten over te dragen.

Maar de Koerden zien dat niet zitten. Ze willen niet dat de kinderen zonder de ouders teruggehaald worden, en vinden ook dat België hen zelf op Syrisch grondgebied moet ophalen. Dat is allerminst evident. Het OCAD schaalt zo’n missie in op dreigingsniveau 3, wat betekent dat een dreiging voor het diplomatiek personeel ernstig en waarschijnlijk is. Bovendien zou op die manier ook het leven van de kinderen in gevaar worden gebracht, oordeelt de rechtbank: “Niet enkel juridisch maar ook moreel onverantwoord.”

Anderzijds zou zo’n missie geen primeur zijn. In juni vorig jaar werden al Belgische kinderen op die manier uit Syrië teruggebracht. Ook toen ging België hen ter plaatse ophalen; de geopolitieke situatie was ook op dat moment al erg instabiel. Dat toont dat er wel degelijk mogelijkheden zijn. Een regeringsbron wijst daarnaast op de afspraken die gemaakt zijn. “De regering heeft in 2017 het engagement genomen om kinderen naar België terug te laten komen. Zij zijn niet verantwoordelijk voor de daden van hun ouders. Maar de staat moet ook in de mogelijkheid verkeren om dat te doen. Daarom verzet ze zich systematisch tegen de dwangsommen.”

Juridisch doolhof

België krijgt nu uitstel van de dwangsommenrechter. Eerst moeten de ouders formele toestemming geven om hun kinderen zonder hen te repatriëren. Onderneemt de regering daarna nog steeds geen actie, dan zullen er alsnog dwangsommen betaald moeten worden.

Het nieuwe vonnis betekent nog lang niet het einde van de juridische discussie over de mogelijke terugkeer van kinderen van IS-strijders. Naast de zaak bij de dwangsommenrechter lopen nog twee andere procedures. Op 8 april moet het hof van beroep zich opnieuw buigen over de opgelegde dwangsommen. “Het is een juridisch doolhof geworden”, stelt ook advocaat Lahlali vast. “Het is een juridische en feitelijke patstelling.”

Heidi De Pauw, CEO van Child Focus, benadrukt na het vonnis opnieuw dat de kinderen zo snel mogelijk uit al-Hol weg moeten. “Ze hebben er geen toegang tot de juiste medische zorgen, ze kunnen er niet naar school, en de humanitaire situatie is er zeer precair.” Voor De Pauw moet alles in het werk gesteld worden om alle Belgische kinderen van IS-strijders – niet alleen degene die de zaak aangespannen hebben – terug te halen. “Als de rechtbank oordeelt dat dat moet met toestemming van de ouders om de kinderen zonder hen te repatriëren, wie ben ik dan om daartegen in te gaan?”