Direct naar artikelinhoud
DM ZaptEwoud Ceulemans

Raúl bewees elke week dat links ook kan scoren. Iets wat we na de laatste paar verkiezingen in dit land vergeten zijn

Raul.Beeld AP

Ewoud Ceulemans zet deze week de blik op oneindig. Vandaag schrijft hij over emotionele investeringen in voetbalwedstrijden.

Ik heb een aantal eigenschappen die sommige mensen moeilijk te begrijpen vinden. Een ervan is dat ik, jaren geleden mijn hart heb verpand aan een club uit Spanje. Zinedine Zidane was toen de meest elegante speler die je op een grasveld kon zien, Iker Casillas een jonge snaak die meer katachtige reflexen in huis had dan Catwoman, en Raúl González Blanco een spits die elke week bewees dat links ook kan scoren. Iets dat we na de laatste paar verkiezingen in dit land vergeten zijn.

Hala Madrid!, ik roep het uit zonder schaamte. Ook zonder Eden Hazard doen de withemden uit de Spaanse hoofdstad mijn hart sneller slaan. Té snel soms, vooral wanneer ze even vergeten dat ze een wereldploeg zijn en bijgevolg slecht voetbal spelen.

Toen mijn vriendin thuiskwam tijdens de rust van Real Madrid-Club Brugge en die dekselse West-Vlamingen verdorie een 0-2 voorsprong bij elkaar hadden gestruikeld, was alles wat ze zei: “Ik heb de tussenstand gehoord op de radio. Ik ga je even laten doen, we spreken elkaar straks wel.”

Mensenkennis, noemen ze dat.

Op het moment dat ik deze woorden aan mijn klavier onttrek, zit ik al te nagelbijten omdat Real enkele uren later Manchester City ontvangt.

Het mooiste aan voetbal is dat het in een tijdsgewricht waarin onverschilligheid, bij mij althans, altijd op de hoek loert, steeds weer een emotionele investering uitlokt. Zelfs in wedstrijden waarin geen van de twee clubs op mijn liefde kunnen rekenen, vind ik een manier om betrokken te raken.

Raúl bewees elke week dat links ook kan scoren. Iets wat we na de laatste paar verkiezingen in dit land vergeten zijn
Beeld Photo News

Daags vóór Real-City was er Napoli-Barcelona. Ik heb alle sympathie voor Dries Mertens – knappe goal ook – en Frenkie De Jong lijkt me een vriendelijke jongen, maar die blauwen uit Napels laten me koud en, zoals een Madridista met gevoel voor overdrijving ooit sprak: “Mijn vader zei: de enige manier om naar Barça te kijken, is langs de loop van een geweer.”

Nu ben ik niet gewelddadig van aard. En ik heb toch twee redenen gevonden om dinsdagavond naar Napoli-Barça te kijken. De eerste reden was het uitstekende gezelschap waarmee ik me op café bevond. De tweede was meer emotioneel: ik koesterde de hoop dat de Catalanen in het Napolitaanse zand zouden bijten.

Kwestie van hun vertrouwen te kraken, nu ze zondag tegen Real Madrid moeten spelen.

“Voetbal is emotie” is een huizenhoog cliché. Maar verdomme, het is waar. Als u morgen géén DM Zapt van mijn hand terugvindt op deze pagina, is het waarschijnlijk omdat Kevin De Bruyne mijn favoriete club heeft vernederd en me in een hoopje ellende heeft veranderd.

Ik vergeef het hem, als hij de winning goal scoort in de finale van het EK. Ik bezwijk nu al aan de stress.