Direct naar artikelinhoud
AfricaMuseumRe/store

AfricaMuseum stelt vernieuwing voor na kritiek wegens kolonialisme: ‘Een nieuwe laag over het verleden’

De koloniale beelden worden bedekt met transparante doeken, waarop telkens een nieuw beeld is getekend. Operationeel directeur Bruno Verbergt legt uit hoe het Re/store-concept tot stand kwam.Beeld Tim Dirven

Bij de heropening van het AfricaMuseum eind 2018 stonden er nog zestien beelden die het koloniale bewind verheerlijkten in de Rotondezaal. Na zware kritiek hebben twee kunstenaars de zaal nu opnieuw ingericht. Volstaat hun ingreep? 

In een nis staat een vergulde priester, hij heeft twee Afrikaanse jongens bij zich. Elders staat een gespierde zwarte man, hij stelt een visser voor, met een roeispaan. Een ander beeld toont hoe een naakte zwarte vrouw danst op tamtam-muziek. Als er een zaal controversieel is in het AfricaMuseum in Tervuren, dan is het de grote rotonde wel. Een dubbele L – het symbool van koning Leopold II – in de koepel, de ster van Congo Vrijstaat in het marmer op de vloer, en dan nog eens zestien beelden die vooral benadrukken hoezeer België in Congo de beschaving kwam brengen.  

Toen het AfricaMuseum na een renovatie van vijf jaar in 2018 zijn deuren opende, was er met de beelden niets gebeurd. Uiteraard kwam dat het museum meteen op een hoop kritiek te staan. Vooral omdat het museum voortaan een hedendaagse, kritische blik zou werpen op de geschiedenis. “Het probleem was voor ons dat het gebouw volledig beschermd is”, zegt operationeel directeur Bruno Verbergt. “Deze beelden zijn dat ook. Je mag ze dus simpelweg niet wegnemen.” 

Re/store

Al voor de renovatie zat het museum met de zaal in de knoop. En dus besloot het museum om een wedstrijd uit te schrijven voor kunstenaars om de zaal aan te pakken. De Congolese kunstenaar Aimé Mpane kwam daarop als winnaar uit de bus en maakte een sculptuur van een Afrikaanse man. Maar één beeld van een Afrikaanse kunstenaar tegenover zestien koloniale sculpturen, dat bleef na een jarenlange renovatie behoorlijk mager. 

Ook een werkgroep van de VN, die begin vorig jaar ons land bezocht, vond dat het museum veel verder moest gaan. “De werkgroep gaf aan dat wij hier nog steeds racistische beelden tonen”, zegt Verbergt. “Als je een volwassen museum bent, dan moet je ook naar kritiek luisteren. Dus besloten we om een volgende stap te zetten.” 

Het resultaat daarvan is nu voorgesteld. Mpane heeft samen met de Brusselse kunstenaar Jean-Pierre Muller de zaal opnieuw onder handen genomen. Samen hebben ze er het project Re/store voor bedacht. De koloniale beelden worden bedekt met transparante doeken, waarop telkens een nieuw beeld is getekend. “Ons idee is dus om steeds een nieuwe laag over het verleden te leggen”, zegt Muller. “Met ons werk willen we net een nieuwe lezing tegenover die oude beelden zetten.” 

Kunstenaars Aimé Mpane en Jean Pierre Muller werkten samen het concept Re/store uit.Beeld Tim Dirven

Tegenover een beeld dat de ‘liefdadigheid’ uitbeeldt van het koloniale regime heeft Mpane zo een blauwe doek gehangen met daarop een missionaris die op een kar zit en voortgetrokken wordt door twee Afrikaanse jongens. Voor een beeld dat moet weergeven hoe België zijn ‘sécurité’ verleent aan de Congolezen, heeft Muller een doek geplaatst met een Belgische paracommando. De kunstenaars willen op die manier dus steeds de twee kanten van het verleden laten zien, in plaats van het enkel bij de koloniale blik te houden.

Dat het museum ook nog steeds erg gewrongen zit tussen de twee toont Mpane met een ander kunstwerk. Naast zijn eerdere sculptuur van een hoofd van een zwarte man, heeft hij er een tweede gezet. Die beeldt de schedel uit van lokale leider Lusinga. Belgische militairen brachten Lusinga om het leven tijdens een raid op zijn dorp in 1884. Voor de schedel overgebracht werd naar het instituut van Natuurwetenschappen, lag de hij tot in de jaren 60 in dit museum. 

Restitutie 

Het kunstwerk verwijst naar de gruwelijkheden van het koloniaal bewind, maar misschien net zo goed naar de talloze objecten in Belgische musea die de Afrikaanse gemeenschap het liefst ziet terugkeren naar het land van herkomst. “Het is een natuurlijk een erg sterk symbool”, zegt Mpane. “Voor veel Congolezen zit er ook iets mythologisch rond. Je suis désolé, maar vroeg of laat zal de schedel van Lusinga toch echt terug moeten gaan. Je moet altijd teruggeven wat er gestolen is.” 

Maar dat ligt nog steeds ontzettend moeilijk. Het museum heeft gesprekken lopen, maar een teruggave van objecten lijkt nog erg ver af. Volgens directeur Guido Grysseels wordt er wel ingezet op meer herkomstonderzoek van de objecten, en wordt er zoveel mogelijk kennis gedeeld met musea in Rwanda en Congo. Maar sowieso is het aan de regering om een beslissing te nemen over de teruggave, niet aan het museum. 

“In heel Europa blijven initiatieven voor teruggave erg beperkt”, zegt ook historicus Gert Huskens (ULB en UGent), die onderzoek doet naar kolonialisme. “Je kan niet zeggen dat België daarin achterblijft. Onlangs is er met steun van Zuid-Korea ook een nieuw museum geopend voor erfgoed in Congo. Misschien maakt dat het mogelijk om objecten in goede omstandigheden te bewaren.” 

De renovatie van het AfricaMuseum is volgens Huskens ontsierd, door interne strubbelingen en omdat de gesprekken met vertegenwoordigers uit de Afrikaanse diaspora geen succes zijn geworden. Die vertegenwoordigers zijn ook nooit echt betrokken bij de renovatie van het museum, wat naderhand vooral voor vervreemding heeft gezorgd. 

Maar wat wel goed is volgens Huskens, is dat het museum de renovatie niet als een eindpunt heeft gezien. Ook Mpane zit op die lijn. De weg naar de dekolonisatie van het museum is nog lang, maar is toch een stap dichterbij. “Er is inderdaad nog veel te doen”, zegt de kunstenaar. “Maar ik denk dat het museum mettertijd zal evolueren. Ondertussen hebben we deze Rotondezaal kunnen gebruiken. Als een forum, of een laboratorium, voor hoe we met het verleden in dialoog kunnen gaan.” 

Restitutie 
Beeld Tim Dirven